This story ties in with The Princess Emergency Response Team - Snow White.
Zie onder voor de Nederlandstalige versie.
Fairy Godmother looked
up from her airport novel with alarm when the painfully skinny shadow of
Snowwhite’s mother fell over her.
‘My queen!’ she said
with a fake smile.
‘Godmother,’ the Queen
nodded ingratiatingly. ‘I hear you have started an Emergency Response Team?’
‘Err… yes,’ Godmother
answered, disconcerted. ‘That is to say… a Princess
Emergency Response Team.’
The queen smiled
benignly. However dumb Godmother might look, she had seen right through her,
she thought, feeling piqued. ‘Make that the Ladies
Emergency Response Team. I’m on the team now.’
‘Err…’ Godmother fumbled
around hopelessly, clearly looking for a way out. When one didn’t present
itself as if by magic, the corners of her mouth sagged and she mumbled ‘Understood,
your Majesty.’
‘It’s a long time ago
since I’ve seen that daughter of mine,’ the queen said airily. ‘Wouldn’t it be
wonderful if we could go to someone’s rescue together?’
Godmother looked even
more alarmed. ‘I’m afraid that won’t be possible considering the… the…’
Godmother stuttered, grew bright red, and shut up abruptly.
‘The?’ One of the queen’s
eyebrows rose ominously.
‘The… restraining
order,’ Godmother whispered.
‘How dare you!’ the
queen flew into a passion. She quickly smoothed her long dress, hiding her
electronic bracelet from view. ‘How dare you insinuate that I would be subject
to a restraining order! I, the queen! Moi, the fairest of them all!’
A dry cough came from
the corner and Godmother turned blue, her eyes large with fear.
‘Ahem – Your Majesty?’
drawled the civilised voice. ‘If I may draw your attention to the –‘
‘You. May. Not.’ the
queen said, grinding her teeth. Slowly, she turned towards the dusty corner which
hid an old mirror that she was all too familiar with.
‘Where did you get
it?’ she growled in an aside to Godmother.
‘The yearly police
sale,’ Godmother managed.
‘Phewie, and there was
I thinking that those uncouth boors at the police station had no manners,’ said
Mirror, slightly touchy. ‘Let’s do this properly. We start over. You say:
Mirror, Mirror on the wall-’
‘RAAH!’ With all her
might, the queen threw the apple she had been holding all this time at the
mirror. The apple hit him square in the face, and for a moment the mirror
wobbled dangerously on its hook, but it didn’t drop.
‘Really, what’s with
everybody?’ Mirror complained. ‘As though it isn’t bad enough that they come
and squeeze out their pimples, right in one’s face. No, go ahead and spit on
Mirror, hawk all over him, and when he threatens to say something sensible, you
just chuck an apple at his head!’
The queen hared
towards Mirror, seething. ‘You destroyed my life!’ she screamed at him.
‘Who, me? Oh-ho, no,’
Mirror shook his head. ‘You managed that one nicely on your own. Who’s the
fairest of them all? Snowwhite. It was always Snowwhite, and yet you wanted to
hear it every single time. Snowwhite, Snowwhite,’ Mirror harassed her.
The queen clasped her
hands over her ears. ‘You chased her away!’ she wailed at Mirror. ‘You, you,
you!’ She stomped a foot on the ground to accentuate each word, sending her
electronic bracelet rattling.
‘I’m not the one who
tried to murder her,’ she faintly heard Mirror say. ‘It surprises me they let
you out.’
Tears were streaming
down her face. ‘I didn’t want to kill her,’ the queen sobbed. ‘All I wanted was
to take her to the plastic surgeon!’ Wretched, she sank down onto the cold
castle floor.
---
Het Prinsessen
Damesnoodresponsteam
De Goede Fee keek verschrikt op van
haar stationsromannetje toen de graatmagere schaduw van Sneeuwwitjes moeder
over haar heen viel.
‘Koningin!’ zei ze met een gemaakte
glimlach.
‘Fee,’ knikte de Koningin innemend.
‘Ik hoor dat je een Noodresponsteam hebt opgericht?’
‘Eh jawel,’ antwoorde Fee ontdaan.
‘Het is te zeggen… Een Prinsessennoodresponsteam.’
De koningin glimlachte minzaam. Hoe
dom Fee er ook mocht uitzien, ze had haar meteen door, dacht ze gepikeerd.
‘Maak daar dan maar het Damesnoodresponsteam
van. Ik ben vanaf nu lid.’
‘Eh…’ Fee keek vertwijfeld om zich
heen, duidelijk op zoek naar een uitweg. Toen er zich geen als bij toverslag
aanbood, zakten haar mondhoeken omlaag en mompelde ze ‘Begrepen, Majesteit.’
‘Het is lang geleden dat ik die
dochter van me nog heb gezien,’ zei de koningin luchtig. ‘Zou het niet énig
zijn als we samen iemand uit de nood zouden kunnen helpen?’
Fee keek zo mogelijk nog meer
verschrikt. ‘Ik vrees dat dat niet mogelijk zal zijn met het … het…’ Fee
stotterde, werd rood als een boei, en deed er abrupt het zwijgen toe.
‘Het?’ Een wenkbrauw van de koningin
rees dreigend de hoogte in.
‘Het … omgangsverbod,’ fluisterde
Fee.
‘Hoe durf je!’ Barstte de koningin
uit. Ze moffelde snel haar enkelband weg onder haar lange jurk. ‘Hoe durf je
insinueren dat ik een omgangsverbod zou hebben! Ik, de koningin! Ik, de mooiste
van het land!’
Er kwam een droog kuchje vanuit de
hoek en Fee liep paars aan, haar ogen groot van angst.
‘Ahem – Uwe Hoogheid?’ zei de zeer
beschaafde stem. ‘Als ik er uw aandacht op mag vestigen –’
‘Dat. Mag. Je. Niet.’ zei de
koningin knarsetandend. Langzaam draaide ze zich om naar de stoffige hoek waar
een oude spiegel hing die ze maar al te goed herkende.
‘Waar heb je die vandaan?’ gromde ze
zijdelings naar Fee.
‘De jaarlijkse verkoop van de
politie,’ wist Fee uit te brengen.
‘Phewie, en ik dacht dat die
onbeschofte kinkels bij de politie geen manieren hadden,’ zei de Spiegel,
lichtjes op zijn tenen getrapt. ‘Laten we dit behoorlijk doen. We beginnen
opnieuw. Jij zegt: Spiegeltje, Spiegeltje aan de wand-’
‘RAAH!’ Met al haar kracht gooide de
koningin de appel die ze al de hele tijd vast hield naar de spiegel. De appel
raakte hem vol in het gezicht, en even wiebelde de spiegel vervaarlijk aan zijn
haakje, maar hij viel er toch niet af.
‘Echt, wat heeft iedereen?’ klaagde de Spiegel. ‘Alsof het nog niet erg genoeg
is dat ze hun puisten recht voor je neus komen uitknijpen. Nee, spuug maar op
Spiegel, rochel ‘m helemaal onder, en als hij nog eens wat zinnigs dreigt te
zeggen, gooi je ‘m maar een appel naar zijn kop!’
De koningin beende ziedend op de
Spiegel af. ‘Jij hebt mijn leven kapot gemaakt!’ schreeuwde ze hem toe.
‘Wie, ik? Oh-ho, nee hoor,’ schudde
de Spiegel zijn hoofd. ‘Dat heb jij mooi zelf gedaan. Wie is er de mooiste van
het land? Sneeuwwitje. Het was altijd Sneeuwwitje, en toch wou je het iedere
keer opnieuw horen. Sneeuwwitje, Sneeuwwitje,’ riep de Spiegel treiterend.
De koningin klampte haar handen over
haar oren. ‘Jij hebt haar weggejaagd!’ schreeuwde ze tegen de Spiegel. ‘Jij,
jij, jij!’ Ze stompte bij elk woord op de grond, waarbij haar enkelband om haar
been rammelde.
‘Ik ben niet degene die haar heeft
proberen vermoorden,’ hoorde ze de Spiegel gedempt zeggen. ‘Het verbaast me dat
ze je zomaar laten rondlopen.’
Tranen stroomden over haar wangen.
‘Ik wou haar niet vermoorden,’ snikte de koningin. ‘Ik wou haar alleen maar bij
de plastisch chirurg zien te krijgen!’ Ellendig zeeg ze neer op de koude
kasteelvloer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten