zondag 25 oktober 2015

Ferdinand


Ik keek met walging toe hoe Ferdinand met zijn tanden het vlees van een kippenboutje rukte. Het vet droop over zijn driedubbele kin naar beneden, zijn geniepige oogjes schoten omhoog, en hij gaf me een vettige grijns.
‘Geen honger, snoes?’
Ik zat al de hele tijd erwtje per erwtje op mijn vork te prikken. Ondertussen observeerde ik mijn steeds verder uitdijende echtgenoot, en vroeg ik me af hoe ik ooit zo’n fout had kunnen begaan.
‘Nee, niet echt. Je weet dat ik vegetariër ben.’
Ik legde mijn bestek rustig naast mijn bord. Eén keer per maand, was de afspraak. Eén keer per maand zorgde Ferdinand voor het eten, en dan slaagde hij er nog in afgrijselijke dingen te bestellen. Ik zou de Chinese kippenpootjes van vorige keer niet snel vergeten. Ik begon me zelfs af te vragen of zijn gebrek aan tact er wel voor iets tussen zat – probeerde hij me bewust het leven moeilijk te maken?
‘Jammer,’ smikkelde mijn echtgenoot, en haalde zijn tong over zijn ranzige lippen. ‘Je zou er veel leuker uitzien als er wat meer vet aan je botten zou hangen. Neem nou die meid die hier aan de overkant is ingetrokken. Zit lekker in d’r vel, vind je niet?’ Hij knipoogde suggestief, wat me de koude rillingen gaf. Een buitenhuis in Malibu werd een steeds slechtere reden voor de instandhouding van ons huwelijk, besloot ik.
‘Daar zal jij wel het beste over kunnen oordelen.’ Ik schonk hem een oogverblindende vijandige glimlach.
Oh, reken maar.’ Hij glunderde, glinsterend van het vet dat zich nu ook over zijn dikke kaken had verspreid. ‘Als je niet gaat eten, neem dan nog wat wijn.’ Hij schonk onhandig mijn glas bij, waarbij de fles bijna uit zijn handen gleed. Binnenkort zou de wijn wel eens mijn enige vriend kunnen worden, bedacht ik terwijl ik een grote slok nam.
‘Is ie lekker?’ Ferdinands varkensoogjes glinsterden opgewonden.
Anders kunnen dergelijke dingen je niet erg schelen. Vanwaar de plotselinge interesse?’ Ik trok vragend – en sceptisch – een wenkbrauw op. Wat ik ergens van vond had Ferdinand nooit geboeid. Ik was er zeker van dat hij meer interesse had voor de overbuurvrouw dan hij in twintig jaar huwelijk voor mij had gehad.
‘Ah, maar dit is een speciale gelegenheid, snoes. Voel je niets speciaals? Een tinteling, misschien? Gaat je hartslag niet een tikje sneller?’ Zijn blik schoot heel even naar mijn glas wijn, waarna hij me aanstaarde.
Tot mijn verbazing stokte mijn adem. Terwijl het glas uit mijn hand viel, besefte ik dat de gluiperd me voor was geweest.