zondag 20 december 2020

Coronakerst

 

Op kerstavond kwam een auto met piepende banden tot stilstand naast het bezoekerscentrum van het Molsbroek. Adam sprong van achter het stuur en hielp Mina uit de auto. Mina krijste het uit van de pijn, en ergens in het donker krijste een bende meeuwen terug.

Adam gooide zijn schouder tegen de deur, die tot zijn opluchting open ging. Ergens diep vanbinnen kookte hij van woede omdat het ziekenhuis hen had weggestuurd – de materniteit was gesloten en op spoed mochten ze niet binnen. Maar wat zijn gedachten domineerde, was een blinde paniek. Zijn vrouw stond op het punt te bevallen zonder enige hulp!

Adam vleide Mina neer op een zacht stukje vloer en belde de hulpdiensten. Maar er klonk zelfs geen vertrouwd getuut aan de andere kant van de lijn…

‘Oh nee, geen ontvangst!’ riep Adam verschrikt uit.

Door de ramen zag hij opeens een helder licht neerdalen. Iets groots donderde het water voor het bezoekerscentrum in en werd door de vogels op veel misbaar onthaald.

‘Was dat een vallende ster?’ vroeg Adam vertwijfeld. Mina schreeuwde.

Er werd beleefd op de deur geklopt.

‘Godzijdank, hulp!’ riep Adam uit. Tot zijn ontzetting kwam het hoofdje van de baby net op dat moment piepen.

Drie vrouwen kwamen binnen. De ene had handgel bij, de andere een stapeltje mondmaskers en de derde een thermometer.

‘Voor de kleine,’ gebaarde de oudste vrouw. ‘Hoe ga je haar noemen?’ vroeg ze aan Mina. ‘Het moet wel met een C beginnen.’

‘Corona,’ kermde Mina verschrikt.