dinsdag 23 april 2019

Satans kleine broertje



Iedereen kent Satan. Maar weinigen kennen zijn kleine broer Bastian.
Ik leerde Bastian kennen toen ik Satan had aangeroepen. Ik hoopte mijn ziel te verkopen voor geld, véél geld, want ik zat diep in de schulden door mijn gokverslaving. Maar helaas reageerde Satan niet.
In plaats daarvan verscheen Bastian.
‘Zó!’ riep het rode ventje met hoorns die nauwelijks onder zijn haar vandaan piepten joviaal toen hij uit het niets verscheen. ‘U hebt een zieltje in de aanbieding, hoor ik!’
‘Wel, het zit zo, meneer Satan,’ begon ik doodnerveus, maar het wezen voor me maakte een afkappende beweging met zijn hand en ik deed er abrupt het zwijgen toe.
‘Nee, nee, nee,’ schudde de duivel meewarig zijn hoofd. ‘U ziet me voor de verkeerde aan. Ik ben Bastian.’ Hij sprak de naam met extra nadruk uit. ‘De broer van jeweetwel.’ Hij maakte een wegwerpgebaar. ‘Mijn broer is allang niet meer geïnteresseerd in het kopen van zieltjes. Na een paar duizend jaar heeft hij al een heuse collectie, ziet u.’
‘Oh.’ Mijn schouders zakten teleurgesteld omlaag.
‘Maar geen nood!’ riep Bastian en gaf me een schouderklopje waarvan ik bijna tegen de grond sloeg. ‘Ik ben wel nog in de markt voor zieltjes! Zeg eens, hoe duur verkoop je je huid?’ Bastian grijnsde me vol verwachting aan.
‘Eh, wel, ik dacht aan zo’n twee miljoen euro…’ Dat zou genoeg zijn om mijn schulden af te betalen én een villa te kopen.
Bastians knalrode huid verbleekte tot een mottig roze. ‘Twee – twee…?’ sputterde hij. Toen barstte hij in lachen uit. ‘Twee miljoen!’ gierde hij van het lachen, zichzelf op de knieën slaand. ‘Twee!’
‘Ja, nou, het is wel mijn ziel,’ zei ik verontwaardigd.
‘En wat denk je dat ik daarmee aan kan?’ riep Bastian uit. ‘’m verkopen op de beurs?’ Hij mompelde iets dat sterk leek op ‘Twee miljoen? Daar koop ik honderd keizers voor.’
‘Noem jij dan maar een prijs,’ zei ik nukkig.
Bastian schudde meewarig zijn hoofd. ‘Hier is hoe we dit gaan doen. Jij hebt dat geld duidelijk ergens voor nodig. Om wat, een bom te bouwen en de wereld over te nemen? Om een coup te plegen? Vrouwen te lokken? Kom, vertel het me maar gewoon, en dan zie ik wat ik kan doen.’
Ik voelde me heel erg ambitieloos na dat lijstje mogelijkheden.
‘Mijn schulden afbetalen,’ mompelde ik.
‘Sorry?’
‘Mijn schulden afbetalen!’ herhaalde ik, luider nu.
Bastian sperde zijn ogen open. ‘Jij hebt twee miljoen aan schulden? Mamma mia! Jij bent gewoon een wandelende ramp!’
‘Ik heb je niet opgeroepen om een waardeoordeel te vellen,’ bromde ik.
‘Nee, mij heb je inderdaad niet opgeroepen,’ knipoogde Bastian. ‘Maar zie je, als ik jouw ziel zou kopen en je schulden zou doen verdwijnen, dan zou je binnen de kortste keren vast wéér schulden hebben. En een ziel kan je geen twee keer verkopen, dus je zou met die schulden blijven zitten. Dan is de kans groot dat je wel eens om het hoekje wordt geholpen, om het zo uit te drukken,’ zei Bastian schalks. ‘En wat heb ik eraan een ziel te kopen die meteen wordt gevolgd door zijn eigenaar? Nee jongen,’ zei hij, vaderlijk een hand op mijn schouder leggend, ‘wat jij moet doen, is verdwijnen. Pak je koffers en vertrek naar Spanje.’
‘Je wil zeggen dat je me niet gaat helpen?’ vroeg ik beteuterd.
‘Ik heb je net geholpen, met gratis goede raad. Die had je van Satan niet gekregen, hoor!’
Terwijl hij opging in een cirkel van vlammen, riep hij nog: ‘Vergeet je woordenboek niet! Die Spanjaarden spreken geen woord Engels! Adios!’