woensdag 23 november 2016

Een moord in 25 woorden


De Vereniging van Vlaamse Misdaadauteurs houdt een schrijfwedstrijd: Pleeg ‘n moord in 25 woord ‘n!
Hieronder vind je een tekstje dat ik voor de wedstrijd heb geschreven, maar niet heb ingestuurd.



Zachte poten in het mos. Haastig gesnuffel in het gras.

Soepele energie barst los. Een gealarmeerde staart schiet weg.

Nagels leggen abrupt het zwijgen op.



De wedstrijd vind je hier: http://www.vvma.be/wedstrijd-pleeg-n-moord-in-25-woord-n/  

dinsdag 25 oktober 2016

Memrex




An outsider would have found the scene, had he been able to view it, extremely curious. For that matter, Liam still found it so too.
They had been stripped to their underwear. Through the heavy goggles, Liam glanced at the other people in the little circle. The goggles hid their expressions, and Liam wondered whether they too felt the tingle of excitement mixed with a good dash of fear. There was a reason this job was mainly carried out by young people – no kids, no mortgage, sometimes no parents, even.
The blazing lamp in their midst picked out every little detail on their skins, giving the two girls opposite him a strangely alien look to them. One of them stood with her shoulders slumped and her belly out. The other stood proudly upright, entitlement clinging to her like an expensive fur coat. Only here for the thrill, no doubt.
On his left the other boy was fidgeting with his toes. Liam was happy to see he was just as skinny as he was, which meant there would be no testosterone-fuelled bragging or fight picking. He had been on the receiving end of those a few times too often already. He still wondered why The Company allowed mixed teams; surely they realised the mere sight of operatives in their bra’s would cause spontaneous combustion in some men’s brains.
Liam became aware of a prickling sensation on his skin and shifted uncomfortably. It wouldn’t take long now. Nausea crept up on him and his head felt light. He really disliked this stage – come to think of it, he disliked a lot of things about this job, except the pay check.
Feeling distinctly queasy, he was zapped away; his essence sucked into the bright light.

Every consciousness was different. Some people sorted everything neatly, others had everything jumbled together. It was those last ones you had to be careful of, because you never knew when a memory would jump out at you.
Liam shoved the heavy goggles onto his forehead and signalled for the others to stay together. Though this mind seemed neat, they had to remain on their guard. Nothing was as dangerous as getting lost in someone else’s brain. He clearly remembered the stories about the McCarthy team. Only two out of four operatives managed to return. Another team was sent in and only managed to release Roberts from an innocent-looking teapot after several intense hours. The teapot turned out to contain memories of child abuse and Roberts had to be pensioned out. McCarthy himself was never found.
Liam carefully stepped around a free-floating memory. He caught a glimpse of a giggling red-haired girl in the misty substance as he moved past. The memory they had been instructed to extract surely wouldn’t be a floater. Any owner of the memory that had been described to him would have taken precautions.
As he took in their surroundings, he saw that the space was littered with old wardrobes – this lady obviously had style. Victorian, Edwardian, Art Nouveau… not a whiff of Ikea.
‘Don’t get to see this sort of quality often,’ the other boy muttered next to him, running his hand over the old woodwork. ‘I’m Josh,’ he added, extending his hand. Liam gladly shook it – he couldn’t remember ever shaking hands with a colleague before.
‘Ready?’ Josh carefully opened a drawer.
‘Just childhood memories,’ the proud blonde girl sniffed, peeking over their shoulders. ‘I thought HQ told us to look for something unusual?’
‘If you know it all so well, Charlotte, then why don’t I see you open your own drawer?’ Josh bit back. With a disdainful ‘puh!’, Charlotte turned her back on them and paraded past the wardrobes.
‘Come on, let’s follow her,’ Liam urged Josh, who was shooting murderous looks after the girl. ‘However irritating she may be, we can’t let her out of our sight.’
Josh shrugged but did walk on. ‘A prolonged stay in a teapot wouldn’t hurt her,’ he grumbled.
They walked past the other girl, who stood studying a portrait of an old man with a bunch of grapes on his head.
‘Seems improbable, Annette,’ Josh told her. ‘The memory we’re looking for surely won’t fit underneath the frame.’
Annette sighed and returned the portrait to a side table. ‘You’re probably right.’ She looked up at Liam. ‘Five years worth of memories, wasn’t it?’
‘Yes, it was.’ Liam wondered why she wanted him to confirm a detail about the assignment – surely she’d received the same briefing he had. Was she just insecure? He shot a quick glance at her slumping posture. Insecurity would be an odd trait in a Memrex.
There was a shriek behind them and Liam abruptly turned in Charlotte’s direction.
‘Stupid thing,’ Charlotte huffed irritably, nudging the offending hinge she had stumbled over with the tip of her shoe.
‘What’s that?’ Liam remarked, his voice sharp.
‘Oh. Ah.’ Charlotte’s expression instantly changed, and she stooped to wipe away the dust.
‘A hatch,’ Josh said, inspecting the contraption. ‘This must be what we’re looking for.’
‘Differs enough from the furniture,’ Liam agreed. ‘Who would like to do the honours?’
‘No-one,’ Annette hissed behind them.
Liam looked up to see Charlotte’s eyes widen. Slowly he turned to face Annette.
She was holding a rifle.
‘Impossible,’ Josh stammered behind him. ‘We came here half naked and empty-handed.’
Annette grinned. ‘Did you really think she’d be unprepared? This rifle was here all along, waiting for me.’
‘Who are you?’ Liam asked, hoping to drag out the conversation long enough to come up with a brilliant escape plan.
‘Her granddaughter,’ Annette snapped at him. And she pulled the trigger.

woensdag 28 september 2016

Hulpje


Wat zei je?’ Tom wierp een snelle blik op zijn smartphone in de houder naast hem. Zijn handen omklemden het stuur in krampachtig ongeloof.
Ik zei-’
Maar Maya’s stem werd abrupt afgekapt toen de auto met een helse schok naar links slingerde. De airbag knalde recht in Toms gezicht open en in paniek ging hij op de rem staan. Hij had echter helemaal geen controle meer over de auto. Met een misselijkmakend gekraak ging zijn BMW overkop, waarbij het dak omlaag kwam.


Toen Tom bijkwam, keek iemand – een brandweerman?, dacht hij versuft – door het verbrijzelde raampje naar binnen.
Wat ik dus zei,’ zei de man luchtig, alsof hij dagelijks een praatje sloeg met verkeersslachtoffers, ‘is dat ik een hulpje nodig heb.’
Mwat?’ zei Tom. Vreemd genoeg had hij het gevoel dat zijn lippen helemaal niet meebewogen. Angst bekroop hem – hij was toch wel niet verlamd geraakt?
Een hulpje,’ ging de man onverstoorbaar verder. ‘De werkdruk is sinds de Industriële Revolutie ongelofelijk toegenomen – vertienduizendvoudigd, zeg maar – maar krijg ik extra personeel toegewezen? Nee.’
Tom probeerde op de man te focussen, maar zijn ogen werkten niet mee. Waar was de brandweer? Waarom had niemand deze rare snuiter weggeleid? En, nog veel belangrijker, waarom bevrijdde niemand hem?
Daarom dacht ik bij mezelf: Piet, je gaat gewoon zelf rekruteren. De volgende dooie vraag je het gewoon op de man af. Dus, hierbij: wil jij mijn hulpje worden?’ De man leunde verwachtingsvol naar binnen.
Tom kreeg hem eindelijk duidelijk in beeld. En gilde. Hij gilde de longen uit zijn lijf bij het zien van de grijnzende schedel, omfloerst door een zwarte kap.
Ach, schei uit, jongen. Dat doen ze nou iedere keer, maar ik moet zeggen: in verhouding met jou zie ik eruit als een fotomodel.’ De schedel grijnsde zo mogelijk nog breder. ‘Pietje de Dood, aangenaam.’
Tom bleef schreeuwen, maar werd er zich van bewust dat hij helemaal geen adem haalde, en ook niet de andere kant kon op kijken, hoezeer hij dat ook wou.
Tijd van overlijden -’ de Dood keek op het horloge om zijn benige pols – ‘16.58 uur op maandag 10 oktober 2016. Doodsoorzaak: onachtzaamheid in het verkeer.’
Tom hield op met schreeuwen toen de motor ontplofte. Hij zag de vlammen aan zijn lichaam likken, maar voelde niets.
Onachtzaamheid,’ ging de Dood verder, ‘omdat je niet kon geloven dat dat vriendinnetje van je het zou uitmaken.’
Tom staarde hem aan. ‘Hoe weet je dat?’
Ach, iedereen heeft een doodsoorzaak nodig,’ schokschouderde de Dood. ‘Wat zeg je, wordt je mijn assistent?’
Ik moet met haar praten. Met Maya!’
Goed, dan schrikt die zich meteen dood. Wraak is zoet, niet?’ grapte de Dood. ‘Zal ik haar dan maar meteen op de planning zetten?’

dinsdag 2 augustus 2016

Geurig verleden


Vochtig en muf, maar toch aangenaam. De geur overviel hem toen hij de deur opentrok. Hij was hier al lang niet meer geweest, niet meer sinds zijn moeder naar het rusthuis was verhuisd en hij haastig een paar meubels en oude foto’s had mee gegrabbeld. Nu, staand in het stof van de vergeten herinneringen van zijn ouderlijk huis, overviel het schuldgevoel hem. Zijn moeder was alleen gestorven, en bijna onbemind eraan toe. Het was moeilijk geweest, zo niet onmogelijk, om haar onvoorwaardelijke moederliefde met een schijn van oprechtheid terug te betalen.
Het einde was niet makkelijk geweest, ook al had het begin er nog zo veelbelovend uitgezien. Als enig kind had hij zijn moeder aanbeden; zijn steun en toeverlaat wanneer de rest van de wereld hem niet scheen te begrijpen. Maar al snel hadden de onvermijdelijke tienerjaren ingezet en was hij zijn moeder duidelijker gaan zien, alsof hij de damp op een spiegel stilletjes aan had weggevaagd: eenzaam en angstig was ze geweest, krampachtig vasthoudend aan de droom van het kind dat hij misschien wel nooit was geweest. De weerzin was toen in zijn lijf genesteld en had het nooit meer verlaten.
En nu stond hij hier, moederziel alleen.
Stil deed hij zijn beklag. Ze was zijn moeder geweest, uiteraard had hij van haar gehouden, verdorie. Maar de weerzin, die alleen maar vergroot was toen haar zijn verkleinde, drukte op hem. Tegen het einde wist hij niet zeker of ze hem nog wel herkende, en hij wist niet of hij dat frêle, onwereldse wezentje nog wel herkende.
Zo oud worden, dat weiger ik, dacht hij en zette abrupt een stap vooruit, en nog een, tot hij de keuken binnen stommelde. Op de een of andere manier leek deze nog steeds doordrongen van de kruidige geur en gezelligheid van vroeger, ook al hing de flagrante bron van miserie nog steeds boven het aanrecht. Zwart-wit staren zijn moeder en zijn kleine zelf naar hem terug vanuit de fotokader. Zonder man, zonder vader. Zijn moeder is er vijftig stille jaren langzaam aan onderdoor gegaan.

dinsdag 24 mei 2016

De herder


De wind streelde zijn gezicht en deed zijn krullen dansen terwijl hij uitkeek over zee. Drie boten dobberden op en neer; zelfs van bovenop de helling kon hij de mannen uit het dorp herkennen. Dave, stuurs en houterig zoals altijd, haalde hij er zo uit. Hij sloot even zijn ogen, genietend van het zonlicht dat zijn oogleden geel en rood deed opflakkeren. Het tevreden geblaat van de schapen dartelde in vlagen om hem heen.
Hij zuchtte en draaide zich om naar de kudde. Herder zijn was een fantastische job wanneer de zon scheen – die ene dag per jaar. Met zijn ogen ging hij zijn schapen af; Dolly met haar manke poot, Elly met haar scheve oor, Mary waar goddank niets aan mankeerde, Sarah met haar vreemd dikke kont – maar waar was Sally?
Fronsend kwam hij in beweging en liep van schaap tot schaap. Waar was de mater familias heen? Sally was stokoud, die ging er niet meer zomaar vandoor – maar toen viel zijn oog op een wit dotje in de verte, zelfs al op de volgende heuvel. Hij knipperde verbaasd met zijn ogen en toen was het schaap opeens verdwenen.
Hij staarde naar de schaaploze heuvel. Afwezig gaf hij Sarah een klopje op de kop en hij beende weg.

De heuvel lag er onschuldig ogend en verlaten bij. Het spoor van Sally’s keutels liep abrupt dood. Wantrouwig liep hij toe op de lichte indruk in het gras, waar daarnet nog vier onschuldige schapenpoten hadden gestaan. Voorzichtig plantte hij zijn voeten in de sporen. Was dat nu – harpmuziek?
De heuvel schemerde om hem heen en werd toen vervangen door een open plek in het bos. Voor hem stond trouwe Sally, die hem een beetje een droeve blik toewierp. Wat zijn mond echter deed openvallen, waren de kleine elfen die om het schaap heen dansten.
In de schaduw van een boom zat een aantal elfen delicaat harp te spelen, hun huid zo licht dat ze haast doorzichtig leek. Buiten het schaap erkende niemand zijn aanwezigheid, geen enkel hoofd draaide in zijn richting. Als aan de grond genageld keek hij toe hoe de elfen elkaar vrolijk de hand gaven en Sally leken te – te vieren? Hij merkte dat de dans plechtig werd en de muziek gaandeweg wegstierf. Sally had haar ogen dicht en zakte langzaam door haar poten.
Toen pas besefte hij dat de elfen haar leven hadden gevierd en haar naar de poort van het volgende leven hadden begeleid.