De eerste kandidaat
deed schuchter de deur open.
‘Is dat hier voor die…
eh… sollicitatie?’ Hij bleef als een groot vraagteken in de deuropening staan.
‘Inderdaad. Gaat u
zitten, meneer…’ Ik raadpleegde mijn papieren. ‘Donkeremaen.’
‘Dit begint al goed,’
fluisterde het hoofd van HR misprijzend.
‘U ziet uzelf dus als
een prima slechterik,’ ging ik verder. ‘Kunt u ons vertellen waarom?’
‘Oei.’ De jongeman
keek verschrikt. ‘Ja eh… Ik breng mijn neefjes en nichtjes altijd aan het
schrikken. Ik spring opeens tevoorschijn, ziet u, zo boe!’, hij zwaaide wild
met zijn lange armen, ‘en ja, dan gaan die kinderen er meteen gillend vandoor
hé.’
Ik slaakte een
inwendige zucht. ‘En hebt u ook werkervaring in een boek? Hebt u al een personage
gespeeld?’
‘Eh…’ De ogen van de
man schoten naar de gezichten van mijn collega’s. ‘Nee.’
‘Ik begrijp het.’ Kort
en krachtig streepte ik meneer Donkeremaen van de lijst.
Kandidaat nummer twee
gooide arrogant de deur open, nam ons allemaal argwanend op, en plofte neer op
de stoel.
‘Goed, meneer
Guiccardini, wat kunnen wij van u verwachten?’
‘Vraag jullie liever
af wat Guiccardini van júllie verwacht,’ counterde de Italiaan, een dikke
vinger in onze richting priemend.
‘Ah-hah,’ zei ik
droog. ‘Wat is uw specialiteit?’
Guiccardini lachte
zijn gouden tanden bloot. ‘Ik zal je vertellen wat mijn specialiteit is. Jij en
ik, wij hebben een probleem,’ gebaarde hij omstandig. ‘Ik bel mijn neefjes
Louis en Lucca. Zij komen en praten met jou – met hun vuisten.’ Guiccardini gaf
een onaangenaam lachje. ‘Jij doet nog steeds moeilijk?’ Hij trol een afkeurend
gezicht en knipte met zijn vingers. ‘Louis en Lucca nemen je mee op reis – naar
de onderwereld.’ Guiccardini grijnsde tevreden.
‘En hoe ziet u uw
capaciteiten passen in een fantasysetting?’
Guiccardini’s grijns
verdween abrupt. ‘Fantasy, pah! Wat maakt de setting uit? Ik knijp iedereen tot
eenhoornmoes.’ Hij balde zijn vuist in een gewelddadig gebaar.
‘Dank u, meneer
Guiccardini, u mag de volgende roepen.’ Ik doorstreepte nog een naam op mijn
blad.
‘Wat, de volgende?’
grauwde Guiccardini. ‘Denken jullie dat die beter zal zijn dan ik? Pah!’ Hij
spuwde op de grond.
‘Wij denken voorlopig
nog niets, meneer, behalve dat dit gesprek afgelopen is.’
‘Jullie horen nog van
mij!’ Weer priemde een vet vingertje in onze richting.
‘Ik zie hier dat u
veel ervaring hebt in de boekenwereld,’ zei ik tegen de dertiende kandidaat.
‘Inderdaad.’ De kale
man van middelbare leeftijd tegenover me was niet erg spraakzaam. In plaats
daarvan staarde hij me al de hele tijd indringend aan. Sinds hij was
binnengekomen waren mijn collega’s rechtop gaan zitten en lieten ze hun
smartphones schuldbewust op de tafel voor hen liggen.
‘Wat zijn uw
gebruikelijke methodes?’ Ik keek verwachtingsvol op van mijn vragenlijstje.
‘Ik zie niet waarom ik
mijn werkwijze zou moeten toelichten.’ De ogen van de man vernauwden zich
slechts lichtjes, maar de kilte die ze uitstraalden was meer dan voelbaar.
‘Eh… En de gevolgen
van uw werkwijze?’
De man snoof
laatdunkend. ‘Haat. Moord. Genocide. Uiteengerukte families. Verraad.’
‘Ok …’ Ik staarde in
het wilde weg naar mijn vragenlijstje. ‘Waar zit u zichzelf over tien jaar?’
flapte ik eruit.
De man stond zichzelf
een klein lachje toe.
‘Op uw plek.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten