Ik
keek met walging toe hoe Ferdinand met zijn tanden het vlees van een
kippenboutje rukte. Het vet droop over zijn driedubbele kin naar
beneden, zijn geniepige oogjes schoten omhoog, en hij gaf me een
vettige grijns.
‘Geen
honger, snoes?’
Ik
zat al de hele tijd erwtje per erwtje op mijn vork te prikken.
Ondertussen observeerde ik mijn steeds verder uitdijende echtgenoot,
en vroeg ik me af hoe ik ooit zo’n fout had kunnen begaan.
‘Nee,
niet echt. Je weet dat ik vegetariër ben.’
Ik
legde mijn bestek rustig naast mijn bord. Eén keer per maand, was de
afspraak. Eén keer per maand zorgde Ferdinand voor het eten, en dan
slaagde hij er nog in afgrijselijke dingen te bestellen. Ik zou de
Chinese kippenpootjes van vorige keer niet snel vergeten. Ik begon me
zelfs af te vragen of zijn gebrek aan tact er wel voor iets tussen
zat – probeerde hij me bewust het leven moeilijk te maken?
‘Jammer,’
smikkelde mijn echtgenoot, en haalde zijn tong over zijn ranzige
lippen. ‘Je zou er veel leuker uitzien als er wat meer vet aan je
botten zou hangen. Neem nou die meid die hier aan de overkant is
ingetrokken. Zit lekker in d’r vel, vind je niet?’ Hij knipoogde
suggestief, wat me de koude rillingen gaf. Een buitenhuis in Malibu
werd een steeds slechtere reden voor de instandhouding van ons
huwelijk, besloot ik.
‘Daar
zal jij wel het beste over kunnen oordelen.’ Ik schonk hem een
oogverblindende vijandige glimlach.
‘Oh,
reken maar.’ Hij glunderde, glinsterend van het vet dat zich nu ook
over zijn dikke kaken had verspreid. ‘Als je niet gaat eten, neem
dan nog wat wijn.’ Hij schonk onhandig mijn glas bij, waarbij de
fles bijna uit zijn handen gleed. Binnenkort zou de wijn wel eens
mijn enige vriend kunnen worden, bedacht ik terwijl ik een grote slok
nam.
‘Is
ie lekker?’ Ferdinands varkensoogjes glinsterden opgewonden.
‘Anders
kunnen dergelijke dingen je niet erg schelen. Vanwaar de plotselinge
interesse?’ Ik trok vragend – en sceptisch – een wenkbrauw op.
Wat ik ergens van vond had Ferdinand nooit geboeid. Ik was er zeker
van dat hij meer interesse had voor de overbuurvrouw dan hij in
twintig jaar huwelijk voor mij had gehad.
‘Ah,
maar dit is een speciale gelegenheid, snoes. Voel je niets speciaals?
Een tinteling, misschien? Gaat je hartslag niet een tikje sneller?’
Zijn blik schoot heel even naar mijn glas wijn, waarna hij me
aanstaarde.
Tot
mijn verbazing stokte mijn adem. Terwijl het glas uit mijn hand viel,
besefte ik dat de gluiperd me voor was geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten