‘Helleuh,’ lispelde de
dromedaris die over de bartafel gedrapeerd lag. Zijn poten bungelden langs de
tafel omlaag, en hij gebaarde lui naar een vrije kruk.
‘Hop erbij, gozer!’
Ed trok de kruk buiten
het beest zijn bereik en ging ongemakkelijk zitten. Hij gooide een snelle blik
om zich heen, lichtelijk beschaamd om het feit dat hij was afgezakt naar een
illegale gokbar. De barman, die ostentatief al de hele tijd hetzelfde glas
stond af te drogen, bekeek hem dreigend vanonder zijn dubbele wenkbrauwen. Ed richtte
zijn aandacht snel weer op de dromedaris.
‘Zeg eens, wat zal het
wezen?’ vroeg de dromedaris opgewekt, waarbij hij Ed ondersproeide met een
fijne nevel speeksel. ‘Welk deel van me ga je opeten? Liefst iets dat er
vanzelf weer aangroeit,’ fluisterde het harige en notoir domme beest
erachteraan. Ed slikte bij de gedachte dat hij een deel van een levend dier zou
opeten. Dromedariswedden was vrij eenvoudig; je wedde op een bepaald deel van
het dier. Bleek je gok correct, dan moest je dat deel van het beest ook nog
effectief opeten voordat je je geld zag. Gokte je fout, wat erg waarschijnlijk
was gezien de grote massa aan dromedaris, wel dan … werden de regels
onduidelijker. Vrijer voor interpretatie, zeg maar.
‘Niets waar de baas niet
voor kan zorgen,’ knipoogde de dromedaris, wat Ed een erg vreemde ervaring
vond. Toen hij nog aan de andere uithoek van het universum woonde, had hij
nooit kunnen vermoeden dat hij ooit zou worden toegesproken door een
dromedaris, laat staan toegeknipoogd. Maar de Aarde was dan ook een heel
gewone, nietszeggende planeet geweest, zoals de meeste aliens hem maar al te
graag in herinnering brachten.
‘Doe maar een oor.’ Ed
stopte de dromedaris een groot biljet toe – meer dan hij zich echt kon
veroorloven – en probeerde niet op te kijken van het feit dat de dromedaris het
geld moeiteloos in een poot nam en in een binnenzak propte.
‘Een oor is maar een
kleine gok,’ bromde de barman, die opeens naast Ed verscheen, zijn dubbele
armen over elkaar gevouwen. Hij nam Ed geringschattend op en snoof.
‘Aardling. Jullie slag
zet nooit een aardig bedrag in. Schiet op met je pleziertje en maak dan dat je
weg bent.’ Het wezen stonk naar rottend vlees, en Ed wou zich niet afvragen
waarmee het zich voedde.
De barman stompte naar
het omgebouwde dartsboard aan de muur, dat nu voorzien was van alle mogelijke
dromedarisonderdelen en een pijl. Met een achteloze zwaai zette hij de pijl in
beweging en stond hij meteen weer achter de bar zijn getrouwe glas af te
drogen.
De pijl bewoog traag over
de aangegeven onderdelen – nieren, bult, wang, staart, … - en viel met een
droge klik stil.
‘Zie jij wat ie zegt?’
fezelde de dromedaris. ‘Mijn ogen zijn niet meer wat ze geweest zijn na al die
oogtransplantaties.’
‘Maag!’ donderde de
barman.
‘Hè nee,’ steunde de
dromedaris. ‘Wéér twee weken zonder eten!’ Hij zuchtte en hing zijn kop op zijn
poten.
‘Nou, zo tuk ben ik daar
anders ook niet op,’ deed Ed een halfslachtige poging om het beest op te
beuren, hoewel hij zelf al even teleurgesteld was. Twee maandlonen verwed aan
een stomme kameel met een probleem. Twéé maandlonen. De Grote Hoeba kon weten
hoe hard hij het geld nodig had.
‘Hé, kan je wel?’ riep de
dromedaris uit. ‘Je eten nog wat beledigen ook!’
‘Oh, sorry! Ik bedoelde
het niet negatief.’
‘Niet negatief? Hoeveel negatiever
kan het nog worden? Niet tuk!’ De dromedaris spuwde in de richting van de bar.
‘Kop dicht en omrollen!’
De barman dook opnieuw op naast hun tafeltje, met vervaarlijk uitziende
instrumenten in alle vier handen. De dromedaris zuchtte en zakte op zijn zij,
waarbij zijn buik zichtbaar werd. Ed was opeens enorm geboeid door de kaart van
het Melkwegstelsel dat aan de muur hing, en waarop vorige bezoekers hun plaats
van herkomst hadden aangeduid met messen. Terwijl de dromedaris meelijwekkend
kreunde, probeerde Ed te berekenen hoe ver de bezoeker met het gouden handvat
was geboren van de bezoeker die een plastic mesje in de muur had weten te
boren.
Het gezaag en geklik van
de instrumenten van de barman hielden abrupt op. Ed waagde een blik in zijn
richting. De barman voelde geagiteerd rond in de buikholte van de dromedaris,
alsof hij zijn autosleutels had mislegd terwijl hij dringend een afspraakje
moest zien te halen. Toen verstijfde hij en steeg er een laag gegrom op uit
zijn keel.
‘Er is geen maag!’
De dromedaris keek op
naar Ed. ‘Oeps. Daar gaat mijn carrière in de illegale orgaanhandel. Ik zou nu
wel wat hulp kunnen gebruiken, vriend.’
De barman keerde zich zo
snel om naar Ed dat die zeker was dat hij iets onherstelbaar had horen kraken.
Hij slikte hard.
‘Ik heb hier niets mee te
maken,’ zei hij terwijl hij zijn handen opstak en langzaam achteruit stapte.
‘Ik heb die dromedaris nog nooit eerder gezien, ik zweer het!’
‘Ik zou rennen, makker,’
lispelde de dromedaris terwijl de barman op Ed afsprong.